De latino's kleuren de eredivisie

[Duke]

De latino's kleuren de eredivisie
Door PAUL VAN DEN BOSCH

ROTTERDAM - Bij FC Groningen is Luis Suárez (19) de smaakmaker, SC Heerenveen heeft Alves, van PSV is de Zuid-Amerikaanse inslag bekend en bij Ajax lopen nu zelfs twee Spanjaarden in het spoor van coach Henk ten Cate. Latino’s aarden in de regel goed in de Nederlandse eredivisie. Tip: koester ze en bewaak vooral hun ego!

Gewend aan Zuid-Europa, en als oud-spelers van Barcelona ooggetuigen van duels met Real Madrid, werden de Ajacieden Roger en Gabri onlangs toch nog verrast door de emoties van de eredivisie. Op bezoek in de Kuip zagen en voelden zij de haat van groepen Feyenoord-fans.

Ook trainer Henk ten Cate was deze onderweg in de spelersbus niet ontgaan. ,,En Henk heeft zelf bij Barcelona toch het een en ander meegemaakt,’’ sprak zijn assistent Alfons Groenendijk die middag in de Kuip.

Spaanse voetballers als Roger en Gabri zijn zeldzaamheden in Nederland. Waarom zouden zij ook komen, naar deze drassige delta?

De Primera Division wedijvert met het Premiership om de eretitel van beste competitie. Clubs genoeg, dus werkgelegenheid, en voldoende euro’s. Maar, zegt PSV’s assistent-trainer Tonny Bruins Slot, er is nóg een reden waarom Spanjaarden liever in eigen land blijven en Zuid-Amerikanen juist niet kunnen wachten om op het vliegtuig te stappen. La familia, de familie.

,,Jongens uit Zuid-Amerika spelen voor hun hele familie. Die onderhouden zij. Spanjaarden worden tegengehouden door de familieband. Dat is ook een probleem bij de nationale ploeg. Een kwalificatiewedstrijd is prima, maar vijf weken voor een WK wordt moeilijk. Dan moet de familie mee.’’

Dat merkte Bruins Slot tijdens zijn periode als assistent van Johan Cruijff bij Barcelona. ,,Een trainingskamp van een dag of acht, dat was echt wel de grens. Daar hebben Zuid-Amerikanen geen last van.’’

Als Ten Cate zelf Camp Nou niet had verruild voor de Arena, waren Gabriel Garcia de la Torre (27) en Roger García Junyent (29) nu geen Ajacieden geweest.

Zondag speelt de Amsterdamse club tegen PSV, dat al jaren de meest latijnse club van de eredivisie genoemd kan worden.

In Eindhoven lopen dit seizoen Brazilianen, een Peruaan, Portugees, Mexicaan en de Ecuadoriaan Edison Méndez rond. PSV had afgelopen zomer niet voldoende geld in kas om de middenvelder vast te leggen, maar wilde hem absoluut binnen halen. Dat gebeurde voor dit seizoen op huurbasis.

Méndez, Farfán, Salcido en alle anderen kunnen met trainer Koeman, Bruins Slot, aanvoerder Cocu, perschef Salazar en de medespelers Reiziger, Kluivert en Kromkamp in hun moedertaal converseren.

Waarschijnlijk krijgt de rest van de technische staf binnenkort een spoedcursusje Spaans. In Amsterdam spreekt Ten Cate die taal vloeiend. Maar het is vooral ook de internationale ervaring van de trainers die hen bij de acclimatisering helpt, zegt Bruins Slot.

Voorbeeld: Nederlandse spelers zullen niet zo snel beschaamd in een hoek gaan zitten als ze in de kleedkamer op hun prestatie worden aangesproken.

Bruins Slot: ,,Nooit doen bij een latijnse voetballer! Zij hebben traditioneel een band van respect met de coach, de ‘mister’. Dat beschaam je als ze tussen de andere spelers worden bekritiseerd. In een één-op-één-gesprek kan de hoofdcoach alles zeggen. Maar beschadig nooit hun ego in het openbaar.’’

FC Groningen-trainer Ron Jans haalde zijn Uruguayaanse spits Luis Suárez wel voor de groep, maar dit juist ter motivatie. Suárez zou tegen Sparta voor het eerst in de basis staan. ,,Na de tactische bespreking vroeg ik hem of hij zijn eigen taak wilde uitleggen,’’ aldus Jans.

,,Voor de groep. Dat deed hij prima, met handen en voeten. Hij moest Schenkel van Sparta afschermen en Olfers vrijlaten. In de wedstrijd deed hij het precies andersom. Luis heeft zich flink moeten aanpassen. In Zuid-Amerika is de wedstrijd heilig, daar wordt naar getraind. Bij FC Groningen wordt in partijen niemand gespaard. Daar moest hij aan wennen, maar hij is een jongen die graag iets oppikt van een ander. En hij hoeft zich niet alléén aan te passen, dat moeten wij ook. In het begin zie je sommige medespelers naar zo’n buitenlandse concurrent kijken met een houding van: laat eerst maar ’ns wat zien. Het mooie is dat je daarna het groepsproces voor je ogen ziet.’’

Voor de wedstrijd tegen Roda JC, die Suárez zaterdag in blessuretijd besliste, meldde de spits zich met zijn landgenoot en pro deo-tolk, verdediger Bruno Silva, bij trainer Jans. Die had zijn tactische bespreking al achter de rug.

,,Maar Luis wilde dat ik nog eens uitlegde hoe hij druk moest zetten tegen vier verdedigers en hoe tegen vier. Vind ik mooi. Bruno Silva speelt een mooie rol in dat proces. Net als onze oud-speler Hugo, die in de jeugdopleiding rondloopt. Zij trekken veel met elkaar op.’’

Bruins Slot: ,,Spelers uit Uruguay en Argentinië, die zijn waar hun centen zijn. Voetbal wijkt voor alles. Broodspelers met gif. Ze voelen zich de afgezant van hun familie. Brazilianen en Chilenen zijn flegmatieker, speelser. Logisch natuurlijk, die verschillen. Als er een Europeaan in Zuid-Amerika gaat voetballen, maakt het ook een groot verschil uit of het een Zweed of Spanjaard is?’’

PSV heeft in dat continent een grote naam opgebouwd. Piet de Visser is er weer op ontdekkingsreis, iedere scout van de Eindhovense club kan altijd voor een werkplek terecht bij de locale Philips-vestiging. Dat PSV voortdurend latijnse talenten begeleidt naar de top, werkt steeds meer in het voordeel van die club.

,,Zulke referenties, de wetenschap dat ze in Nederland goed worden opgevoed, kunnen clubs als PSV en Ajax aan goede spelers uit Zuid-Amerika helpen,’’ aldus Bruins Slot. ,,Onze financiële middelen wegen niet op tegen die in Spanje of Engeland. En alles wordt tegenwoordig uitgezonden in heel de wereld. Zeker de Champions League, maar ook topwedstrijden uit de eredivisie. Dat de familie, maar ook de bondscoach in Zuid-Amerika kunnen meekijken, dat is voor de latijnse jongens heel belangrijk.’’

www.ad.nl