Re: Olympische Winterspelen 2014
Geplaatst: zo feb 16, 2014 10:38 pm
Misschien kunnen ze de pakken van de Amerikanen lenen.
Hou toch op met je onzin. Grauw middelmatig manneke. De concurrentie kan de handschoen oppakken of niet. Niet het probleem van de kampioen.brigade zuid schreef:Nederland moet echt oppassen dat ze deze sport niet helemaal naar de verdoemenis helpen.
Nou ja, Nederland doet er vanalles aan om schaatsen Olympisch te houden. Schaatsers uit Australië, Iran en de Sahara worden er bijgehaald om aan te tonen dat het echt geen provinciale sport is. En ineens heb je een dominantie op de Spelen. Het buitenland ziet liever gras groeien dan dat ze schaatsen kijken. Geen enkele TV zender (buiten de NOS) laat het schaatsen zien. Je moet je afvragen of het schaatsen nog wel iets voor de OS is.Monkey Tonk schreef:Hou toch op met je onzin. Grauw middelmatig manneke. De concurrentie kan de handschoen oppakken of niet. Niet het probleem van de kampioen.brigade zuid schreef:Nederland moet echt oppassen dat ze deze sport niet helemaal naar de verdoemenis helpen.
Ja, dat klopt, maar toch wel vanuit een ander perspectief. De 1500 was niet helemaal zijn afstand, meer een extraatje. Ik kan me niet voorstellen dat er helemaal geen Noorse 10K-schaatser meer is.LucaS schreef:Kramer heeft hetzelfde gedaan met de 1500 meter
Iniesta schreef:Wat moet Nederland dan doen, langzamer schaatsen?
Schaatsen
Waarom Nederland al die medailles voor zich opeist? In de meeste andere landen zijn er nauwelijks banen van vierhonderd meter.
Door onze redacteuren Maarten Scholten enen Rob Schoof | pagina 30 - 31
www. nrc.nl/os
Een land met duizenden schaatsers. Op school rijden ze, of in het winkelcentrum. Ze schaatsen in competities voor bedrijven, universiteiten. Grenzeloos zijn de mogelijkheden in Zuid-Korea, organisator van de volgende Winterspelen, Pyeongchang, 2018. Toch klopt er iets niet: van de ontelbare ijsbanen in het land is er precies één met een lengte van vierhonderd meter. „Op de langebaan hebben we iets meer dan tweehonderd schaatsers”, verzucht Kevin Crockett, coach van olympisch kampioene (langebaan) Lee Sang-hwa. Shorttrack, dat doen Koreanen veel liever.
Zuid-Korea, land met vijftig miljoen inwoners, heeft minder langebaanschaatsers dan, bijvoorbeeld, ijsclub De Hondsrug in het Drentse dorp Drouwen (485 inwoners). De Nederlandse overval op het olympische ijs van Sotsji heeft alle grote kranten van de wereld gehaald. Halverwege de Spelen heeft TeamNL tweederde van de medailles. Verklaringen varieerden van de grachten in Amsterdam tot koning Willem-Alexander, van commerciële ploegen tot de Elfstedentocht.
Hoe staat het dan met de schaatscultuur in andere landen die ooit succesvol waren op de langebaan? „Dit jaar was het tot half januari prachtig in Noorwegen”, zegt Øystein Haugen, manager van de Noorse schaatsploeg. „Koud, geen sneeuw op het ijs. Dan wordt er volop geschaatst. Dan gaat het sneeuwen en is het voorbij.”
Ook in Zweden trekken liefhebbers ’s winters naar de meren in het bevroren hart van hun land. „Met de familie een heel weekend op pad om een wedstrijd te schaatsen, met honderden deelnemers”, zegt schaatsstatisticus Nol Terwindt. „Slapen met tentjes langs het ijs, zondag weer naar huis. In Finland gebeurt dat ook, al is er wel een beetje koud. En ze maken de meren niet sneeuwvrij, dat gaat niet.”
Aan liefde voor het schaatsen ontbreekt het niet in de Scandinavische landen, die in de twintigste eeuw tientallen jaren de Nederlanders de baas waren. Maar om recreanten op te leiden tot topschaatsers, jaar na jaar, daarvoor is meer nodig. „Vooral de jeugd wil niet meer de kou en de regen in”, zegt de Noors-Nederlandse coach Bjarne Rykkje. Juist in het Noorse schaatsmekka Bergen, waar de sport nog springlevend is, hebben de voorvechters van een overdekte ijshal moeten toezien hoe hun regenrijke stad koos voor een nieuw zwembad.
Zo anders dan in Nederland is de Noorse schaatscultuur niet. „Wij hebben nog steeds families die naar de baan komen, een kaartje kopen en rondjes gaan schaatsen”, zegt de Noorse bondscoach Jarle Pedersen. Via banen als Oslo (Frogner, Valle Hovin), Bergen, Stavanger en Arendal brengt het oude schaatsland ook nog altijd talent voort, maar de vijver wordt elk jaar kleiner. Al was het maar vanwege de concurrentie van andere wintersporten. De Noren hebben genoeg voordelen van hun geografische ligging. Het land grossiert al jaren in olympische sneeuwmedailles. „Wat Nederland heeft met schaatsen, hebben wij met langlaufen”, zegt Haugen.
Noorwegen telt nog zo’n 1.250 wedstrijdrijders en 65 schaatsclubs. Ter vergelijking: Nederland heeft er ongeveer 15.000, en ruim zevenhonderd clubs. „Met zo’n smalle basis is het voor ons moeilijk om geregeld toppers af te leveren”, zegt Pedersen. Hij ziet wel een oplossing: leg een verband met shorttrack en inlineskaten, sporten die de Noorse jeugd meer aanspreken. „Dan wordt de groep talenten weer groter.”
In Canada – dat grote kampioenen voortbracht als Gaetan Boucher, Catriona LeMay-Doan, Cindy Klassen en Jeremy Wotherspoon – groeit elke schaatser op met de combinatie van shorttrack en longtrack. „De cijfers zijn best gezond”, zegt Boucher, in Sotsji commentator voor Radio Canada. „IJsbanen en clubs in alle provincies, genoeg talent.”
Maar de vierhonderdmeterbanen verliezen ook in de barre klimaten van Canada snel aan populariteit. Neem zijn ‘eigen’ Gaetan Boucher Oval, in Quebec. „Je ziet er nauwelijks nog recreanten. De talenten moeten naar de overdekte baan in Calgary om zich verder te ontwikkelen. Maar de meesten brengen die stap niet op, het is bij ons een onzekere toekomst.” Tekenend voor de afnemende vraag is dat de olympische hal van Vancouver, in buurstad Richmond, direct na de Winterspelen van 2010 zijn functie als ijsbaan verloor.
De concurrentie van het ijshockey, de nationale sport van Canada, is moordend. „Een van mijn zoons was een goede schaatser”, vertelt Boucher, die in 1984 (Sarajevo) tweemaal goud haalde op de middenafstanden. „Maar hij vond het leuker om met z’n vrienden te ijshockeyen.”
In de Verenigde Staten, waar het schaatsen ondanks de erfenis van Eric Heiden nooit groot was, zakt de sport nog verder weg. „Er is niets meer van over”, constateert de Amerikaanse coach Peter Mueller, olympisch kampioen in 1976 (Innsbruck). „Vroeger had je schaatsfamilies die elke week wedstrijden reden, van Wisconsin tot Canada. De Heidens, de Jansens. Nu zie ik nog hooguit enkelingen schaatsen op The Pettit in Milwaukee.”
De paar toppers die Amerika nog voortbrengt, zijn vaak al kapot getraind voordat ze kunnen oogsten, zoals Trevor Marsicano of Jonathan Kuck. Als jonkie Emery Lehman ook op dat pad terechtkomt, is het klaar, denkt Mueller. „In Nederland worden tientallen van dat soort jongens opgeleid. It’s a numbers game.” De geringe aanwas die er nog is, komt vooral van inlineskaters, die in hun eigen sport geen olympische medailles kunnen winnen. Maar de huidige top ontbreekt het aan geld en een goed trainingsprogramma. „Het is ongeorganiseerd.”
Terug naar Europa, de bakermat van de langebaan. In Duitsland, dat bij de vrouwen jarenlang de dienst uitmaakte, is de organisatie niet het grootste probleem. Net als Noorwegen telt het land nog zo’n 1.200 schaatsers. Maar de aanwas vanuit de jeugd loopt sterk terug, zegt bondsvoorzitter Gerd Heinze. „Typerend is dat je op de ijsbanen in Duitsland geen noren kunt huren, maar alleen kunst- of ijshockeyschaatsen.”
In de jaren zestig in toenmalig Oost-Duitsland, waar Heinze zelf onder meer op een EK tegen Kees Verkerk schaatste, kwamen vanuit de scholen acht- of negenhonderd kinderen af op een proeftraining in Berlijn. „Mijn hele klas van dertig ging mee. Vijf van hen zijn goede schaatsers geworden. Zo bouw je als land een schaatstraditie op.” Maar na de eenwording, in 1990, werden de Oost-Duitse opleidingsstructuren ontmanteld. „Nu zie je op onze overdekte banen van Erfurt, Berlijn en Inzell nog hooguit enkele tientallen junioren schaatsen”, zegt Heinze. „Het is moeilijk voor zulke kleine aantallen de trainingsfaciliteiten in stand te houden die je nodig hebt om op te leiden voor de wereldtop.”
In alle landen geldt dat kinderen veel meer keuzes en afleidingen hebben dan vroeger. De offers die een topschaatser jarenlang moet brengen, wegen voor ouders en kinderen buiten Nederland niet op tegen de geringe kans op enige beloning. Die landen blijven afhankelijk van eenlingen. Neem de elfjarige Victoria Stirnemann, dochter van oud-olympisch kampioen Gunda Niemann. Zij reed onlangs in Erfurt een toptijd van 45 seconden op de 500 meter. „Zij heeft ouders die weten wat topsport inhoudt”, zegt Heinze.
Toch is het schaatsen niet overal een aflopende zaak. De Spelen van Sotsji hebben in Rusland nieuwe bronnen aangeboord. Het land heeft hypermoderne indoorbanen in Moskou, Kolomna, Tsjeljabinsk en Sotsji. „Daar zie je ook ouders met hun kinderen naar de baan komen”, zegt de Russische bondscoach Kosta Poltavets. „Bij wedstrijden zie je veel deelnemers, het fundament is best goed. Er zijn ook genoeg trainers voor de jeugd. De volgende stap is opleiden voor de top.”
Poltavets heeft gezien dat de Spelen in Sotsji veel enthousiasme losmaken. „Een van de doelen van deze Spelen is om Rusland op termijn terug te brengen als sportland nummer één.” Als schaatsland bracht de Sovjet-Unie in de vorige eeuw met regelmaat grote kampioenen voort, van Jevgeni Grishin tot Igor Malkov.
Ook Rusland staat inmiddels op grote achterstand van Nederland, maar heeft wel toekomst. „We moeten onszelf niet gaan vergelijken met Nederland, of het Nederlandse model implementeren”, zegt Poltavets. „We moeten proberen opnieuw een schaatscultuur te kweken. Het vuur moet gaan branden vanuit een wat kleinere groep dan men in Nederland gewend is. Je hebt zes tot acht jaar nodig om wereldtop te kweken. Ik geloof erin dat Rusland terugkomt aan de wereldtop.”
www.ad.nlLieve Jorien, ik had het ontzettend ongelofelijk verschrikkelijk gruwelijk mis
Thijs Zonneveld
Je had gehuild. Er stonden wallen onder je ogen. En over je netvlies lag een waterig laagje - het was alsof ze net waren gedweild. Vierde was je geworden op de 1500 meter shorttrack. En vierde, dat was net niks.
Ik stond een halve meter bij je vandaan toen je moest uitleggen wat er verkeerd ging. Ik voelde je verdriet. Zo had je je de Spelen niet voorgesteld. Vierde - je was er zo dichtbij, maar zo ver vandaan. Ik had met je te doen. Maar tegelijkertijd vond ik dat je het over jezelf had afgeroepen. Shorttracken én langebaanschaatsen - het was te veel. Topsport is kiezen, niet delen.
Twee maanden terug, voor het olympisch kwalificatietoernooi in Heerenveen, tikte ik een open brief in deze krant, aan jou gericht. Ik schreef dat het niet kon, twee sporten combineren. Ik vond dat je je talent verkwanselde. Dat je een unieke kans op een gouden medaille, of misschien wel twee of drie, liet liggen. En ik smeekte je, namens alle talentloze en talentarme sporters, om alsjeblieft te kiezen tussen shorttrack en langebaan.
Toen je gisteren aan de start van de 1500 meter op de langebaan stond dacht ik nog steeds dat je te veel hooi op je vork nam. Dat je er niet even een ritje op de langebaan bij kon doen - en er nog een medaille mee zou winnen ook. Het zou wéér net niet worden.
Ik had het mis.
Nee, ik had het gruwelijk mis.
Nee, ik had het ontzettend ongelofelijk verschrikkelijk gruwelijk mis.
Met open mond heb ik gekeken naar je 1500 meter. Alles klopte. Elke klap was raak. Je bochten waren zo mooi dat ik er een brok van in mijn keel kreeg. Je schaatste niet. Je vloog. Toen je over de finish kwam was de wedstrijd klaar. Er moesten nog 18 schaatssters rijden, maar ze hadden het goud net zo goed meteen kunnen uitreiken.
Hoe je het gedaan hebt snap ik niet. Hoe je met zo weinig specifieke langebaantraining zó hard kunt schaatsen gaat mij boven mijn pet. Hoe je op zaterdag drie 1500 meters op een klein baantje (met andere schaatsen!) kunt rijden en op zondag met het zuur in je benen Ireen Wüst verslaat op de langebaan is me een raadsel.
Na afloop haalde je je de woede van de langebaanschaatsers op je hals door te zeggen dat je je gouden plak wilde inruilen voor een shorttrackplak, en dat de drie kilometer op de langebaan je geen reet kon schelen. Je zult er ongetwijfeld gezeik mee krijgen, maar je sprak met je hart. En waarom zou je dat niet mogen doen?
Je volgt je eigen weg. Je hebt je helemaal niets aangetrokken van al die mensen die je voor gek verklaarden. Je hebt het risico genomen dat je na de Spelen twee keer net niks zou hebben. Als je mijn open brief twee maanden geleden al hebt gelezen, dan heb je er alleen maar om gelachen - of 'm meteen bij het oud papier gegooid.
Afgelopen december vond ik dat ik je openlijk moest wijzen op wat je verkeerd deed. Nu je het gelijk aan je zijde blijkt te hebben rest mij maar één ding: Mijn welgemeende excuses. Je had gelijk, Jorien.
Ik heb geen schaatsers uit die landen gezien, dus waar heb je dat vandaan? Normaal gesproken zijn er voldoende landen waar (wellicht door enkelingen ) op goed niveau wordt geschaatst, daar heb je die andere landen niet voor nodig: USA Canada China Duitsland zuid Korea Noorwegen , Rusland.GangstaRiB schreef:Nou ja, Nederland doet er vanalles aan om schaatsen Olympisch te houden. Schaatsers uit Australië, Iran en de Sahara worden er bijgehaald om aan te tonen dat het echt geen provinciale sport is. En ineens heb je een dominantie op de Spelen. Het buitenland ziet liever gras groeien dan dat ze schaatsen kijken. Geen enkele TV zender (buiten de NOS) laat het schaatsen zien. Je moet je afvragen of het schaatsen nog wel iets voor de OS is.Monkey Tonk schreef:Hou toch op met je onzin. Grauw middelmatig manneke. De concurrentie kan de handschoen oppakken of niet. Niet het probleem van de kampioen.brigade zuid schreef:Nederland moet echt oppassen dat ze deze sport niet helemaal naar de verdoemenis helpen.
De Speld schreef:Sven Kramer meldt zich af voor 10 kilometer
Na Havard Bøkko, Sverre Lunde Pedersen en Ivan Skobrev heeft ook Sven Kramer zich afgemeld voor de 10 kilometer in Sotsji. De Fries wil zich volledig concentreren op de huldiging.
Ondanks zijn afmelding blijft Kramer topfavoriet voor het goud: “Iedereen weet wat ik kan. Dan is het niet nodig om dat nog eens te laten zien door mee te doen. Dit is een afstand die ik toch wel win en van start gaan leidt dan eigenlijk alleen maar af.”
Kramer, die ook op de 1500 meter niet meedeed en zilver won, gaat zich nu volledig richten op de ploegenachtervolging: “Al is ook daar de kans klein dat ik daadwerkelijk in actie kom. Je wilt toch fit blijven voor het Holland Heineken Huis.”
De huldiging van Sven Kramer, Jorrit Bergsma en Bob de Jong vindt plaats op woensdag. De afstand zelf zal een dag eerder worden verreden.
Waar heb je het over? De VS is in ieder geval zeer onder de indruk van de Oranje schaatsers en overheersing. Daar is winnen niet iets vies, zoals in landen waar een gedeelte van de bevolking vindt dat je je kop niet boven het gras uit moet steken. (de reden dat ze zo denken is dat hun eigen middelmatigheid dan niet zo opvalt, begrijp je?)GangstaRiB schreef:Nou ja, Nederland doet er vanalles aan om schaatsen Olympisch te houden. Schaatsers uit Australië, Iran en de Sahara worden er bijgehaald om aan te tonen dat het echt geen provinciale sport is. En ineens heb je een dominantie op de Spelen. Het buitenland ziet liever gras groeien dan dat ze schaatsen kijken. Geen enkele TV zender (buiten de NOS) laat het schaatsen zien. Je moet je afvragen of het schaatsen nog wel iets voor de OS is.Monkey Tonk schreef:Hou toch op met je onzin. Grauw middelmatig manneke. De concurrentie kan de handschoen oppakken of niet. Niet het probleem van de kampioen.brigade zuid schreef:Nederland moet echt oppassen dat ze deze sport niet helemaal naar de verdoemenis helpen.