Re: Wegwielrennen
Geplaatst: zo jul 25, 2021 9:27 am
Bron: ADReconstructie| Vanaf de klim hoort Van Vleuten niets meer van de bondscoach
Ze startten met de sterkst denkbare ploeg, maar verder dan een zilveren medaille kwamen de Nederlandse wielrensters niet. Reconstructie van een wedstrijd vol verwarring, miscommunicatie en dubieuze tactische keuzes.
Met z’n vieren rijden ze, naast elkaar. Vier keer oranje, misschien wel de vier beste rensters van de wereld. Ze hebben hun koelvesten nog aan en peddelen rustig achter de auto van de jury. De officiële start is nog kilometers weg, niemand lijkt ze voorbij te durven fietsen. Bij het uitrijden van Tokio zwaait het hoofd van de jury met z’n vlag: de wedstrijd is onderweg. Vijf rensters vallen aan. Plichta, Oberholzer, Shapira, Looser en de Oostenrijkse Anna Kiesenhofer.
Niemand reageert.
Ze hebben bij de Nederlandse ploeg op vrijdagavond de hele deelnemerslijst doorgelopen. Wie is er gevaarlijk, wie niet? In het linkerrijtje de namen die geen ruimte mochten krijgen, in het rechterrijtje de rensters die ze zouden laten rijden. Kiesenhofer: rechterrijtje. Alleen Marianne Vos kent haar (‘van naam’), Annemiek van Vleuten noemt haar een ‘nobody’ en Anna van der Breggen zegt nog nooit tegen haar gekoerst te hebben.
Dat klopt niet helemaal: Kiesenhofer werd vorig jaar nog 44ste op het door Van der Breggen gewonnen WK. Twee jaar geleden was ze zelfs vijfde op het EK tijdrijden. Maar haar naam doet ook geen belletje rinkelen in de ploegleiderswagen waarin bondscoach Loes Gunnewijk zit. Misschien is het omdat Kiesenhofer niet meer voor een profploeg rijdt. Ze is wiskundige; wielrennen is een onbetaalde hobby. Haar trainer is zijzelf.
Wandeltempo
De kopgroep krijgt de minuten alsof het spaarpunten bij de pomp om de hoek zijn. Het peloton onderhoudt een wandeltempo; de voorsprong loopt op tot elf minuten. Het Nederlandse viertal doet niets. Dat is zo afgesproken van tevoren: ze gaan de koers pas hard maken op de laatste, steilste kilometers van Doushi Road, halfweg koers. Van der Breggen: ,,We wilden niet op het vlakke gaan rijden, dan zou de rest te makkelijk kunnen volgen.’’
Op de klim rijdt Van der Breggen nog naast de auto van Gunnewijk, maar ook dan wordt het gevaar van de kopgroep nog niet gezien. Kilometers lang kabbelen de favorieten voort. Als Van Vleuten even later valt en terugkomt in het peloton, passeert ze ook Gunnewijk. Het is vlak voor de lastigste kilometers van Doushi Road. Gunnewijk roept naar Van Vleuten: ,,En nu de koers hardmaken, hè?” Het is het laatste dat Van Vleuten van de bondscoach hoort. Oortjes zijn niet toegestaan in de olympische wegrit.
De koers ontploft op het punt waarop de Nederlandse vrouwen dat hadden afgesproken. Demi Vollering en Anna van der Breggen vallen meermaals aan, maar de meest verschroeiende versnelling is die van Van Vleuten. Ze rijdt alleen weg en pakt in mum van tijd driekwart minuut op de andere favorieten. De voorsprong van de kopgroep is gehalveerd. Maar eenmaal boven loopt de marge van Kiesenhofer & co steeds langzamer terug. Van Vleuten twijfelt wat te doen. Alleen doorrijden of wachten? Ze vraagt de cameraman op de motor naar de verschillen. Van Vleuten: ,,Toen ik hoorde dat ik nog vijf minuten achter lag, schrok ik wel.’’
Kiesenhofer, die zelf niet gelooft in de overwinning (‘Zelfs niet ná de streep’) lost haar medevluchters met nog veertig kilometer te gaan. Daarachter wordt Van Vleuten weer ingerekend door het peloton. Marianne Vos komt naast haar rijden en vraagt aan Van Vleuten: ,,Wat is de situatie in de koers?” Van Vleuten haalt haar schouders op. Dat wilde ze juist aan Vos vragen. Het Nederlandse kwartet besluiten met z’n drieën op kop te gaan rijden om Vos en haar snelle benen terug te brengen aan de kop van de koers.
Op een kleine vijfentwintig kilometer van de streep passeren de rensters de finish voor de eerste keer op het autocircuit van de Fuji Speedway. Volgens afspraak zou de fysio van de ploeg in de pitstraat klaar staan met een whiteboard met daarop de wedstrijdsituatie. Maar het whiteboard blijft leeg. Gunnewijk heeft de fysio pas zo laat kunnen bereiken dat ze er niets meer op heeft kunnen schrijven. De rensters hebben nog steeds geen idee. Van der Breggen: ,,We pakten vrouwen terug en dachten voor de winst te rijden. Eigenlijk moet je tellen hoeveel rensters je inhaalt. Ik heb geprobeerd te tellen en dacht dat we iedereen hadden teruggepakt. Ik zag 1’35 op het bord (van de motard in de koers, red.) staan en dacht: dit kunnen we nog halen. Maar het bleek het verschil tussen Kiesenhofer en de achtervolgsters te zijn. Wij wisten niet dat die Oostenrijkse nog alleen aan de leiding reed. We kregen de informatie door dat de Poolse de laatste was die was vooruitreed.’’ Op de vraag van wie ze die informatie had, zegt ze: ,,Loes.’’
Verwarring
In de laatste kilometers demarreert zowel Van der Breggen als Van Vleuten. Die laatste rijdt alleen weg. Na een val, een solo en sleurwerk voor een ploeggenote peurt ze nog ergens een restje energie uit. Schokschouderend beukt ze naar de finish; de laatste meters perst ze er nog een sprintje uit. Dan komt ze omhoog. Ze heft haar handen in de lucht en balt haar vuisten. Ze is olympisch kampioen, denkt ze.
Bondscoach Gunnewijk wil naderhand niet veel toelichten. ,,We kunnen het nu hebben over als dit of als dat, maar Kiesenhofer was gewoon te sterk.’’ Meteen na de race blijft ook bij de vier rensters het vingerwijzen uit. Ze zijn dan nog te zeer in verwarring over wat er in de koers allemaal is gebeurd.