Lanceerbasis voor carrière Rooks
Door PETER VAN DUYL & JEROEN SCHMALE
LUIK - De wielerloopbaan van Steven Rooks dreigt in 1983 af te sterven voor ze goed en wel is begonnen. Rooks rijdt voor een koersbroek en een trui als hij de kans krijgt om te starten in Luik-Bastenaken- Luik. Die koers bepaalt de rest van zijn leven.

Steven Rooks. FOTO ANNEMIEK MOMMERS
Achter ons priemt de machtige La Redoute fier in de lucht, even verderop ligt de Cote des Forges. Als Steven Rooks terugdenkt aan zijn spectaculaire overwinning in Luik-Bastenaken-Luik van 1983, gaan zijn gedachten echter uit naar een heel ander stuk van het parkoers.
Met de handen in de zakken, als bescherming tegen de naderende avondkoude, staart Rooks naar het stuk asfalt. Het typische Ardennen-weggetje loopt licht omhoog, maar meer dan vals plat is het eigenlijk niet. In de berm staan bomen, iets verder steken de contouren van prachtige huizen vaag af tegen de bewolkte hemel. ,,Hoe het hier heet?’’ vraagt ook Rooks zich af. ,,Ik heb geen idee.’’
Op de Rue de Warnoumont - zo verraadt de routeplanner - begon voor Rooks 26 jaar geleden de victorie in La Doyenne. De wedstrijd kende met Régis Clère en Jostein Wilmann twee koplopers. Hier barstte de finale los. Hier sprong de Ier Stephen Roche weg uit de groep die na La Redoute was overgebleven. Rooks reageerde, in een flits. Niet op verstand, puur op gevoel.

Steven Rooks in 1983 op weg naar de zege in LBL. FOTO ANP
Het is bijna tienduizend dagen geleden, maar Rooks beleeft de jump alsof hij haar gisteren plaatste. Hij wijst en zwaait met zijn arm. ,,Dáár ging Roche, die had gewoon goed gezien dat dit het moment was. Aan die kant van de weg. Ik sprong erachter aan, zat meteen in zijn wiel. Ik kom hier regelmatig langs, met de fiets of met de auto. En altijd moet ik even aan dat moment denken. Altijd.’’
Zo was Rooks op weg naar de zege in Luik. In het peloton had hij dat voorjaar voorzichtig wat naam gemaakt, maar in de Nederlandse huiskamers was hij volslagen onbekend. Zelfs Heinze Bakker, tv-commentator van dienst, tastte in het duister. Alsof hij niet wilde kiezen tussen Steven of Stefan, noemde hij Rooks een uur lang Stevan.
Het verhaal van Steven Rooks en LuikBastenaken-Luik blijft voor altijd een bizarre geschiedenis. Nooit eerder had de NoordHollander (22 toen) de wedstrijd gereden. En op het moment van de klassieker kreeg Rooks niet eens geld voor zijn inspanningen. Hij fietste voor een koersbroek en een trui, bij Sem, de Franse ploeg van de excentrieke burggraaf Jean de Gribaldy.
,,Ik had in 1982 een half jaar voor Peter Post gereden, maar daar kreeg ik geen nieuw contract,’’ verhaalt Rooks. ,,Via bemiddeling van Piet Hoekstra kon ik toen bij De Gribaldy terecht. Ik had bij hem een ‘nulguldencontract’. Met de trein ben ik naar Frankrijk gegaan. Ik sprak geen woord Frans, had alleen een gids bij me: ‘Frans op reis’.
,,De Gribaldy was een bijzondere man. Hij bemoeide zich overal mee. Hij was ploegleider, manager maar ook mechanieker en verzorger. En in die ploeg deden ze alles wat hij zei of wilde. Als er melk op tafel stond, liet hij het weghalen. Brood vond hij slecht, we kregen altijd van die biscuits. Voor mij was dat niet genoeg. Ik ging dan meteen naar de bakker voor een slagroomtaart of wat anders. ‘Ik kom uit Holland. Daar eten we goede boterhammen en veel aardappels’, zei ik dan.
,,De man had een bepaalde filosofie over het wielrennen. Hij wilde op zijn manier meegeven hoe je een goede renner kon worden. De Gribaldy bepaalde ook met welke versnelling je reed. We hadden daarin toen wat minder keuze. Dan maakte hij een briefje voor de mecaniciens. ‘Rooks, die en die pionnen’. Ja, ook voor deze Luik-Bastenaken-Luik richtte De Gribaldy mijn fiets in.’’
Zo begon Rooks aan zijn eerste LBL, een strijdplan had hij eigenlijk niet. Hij vertrouwde er wel op dat hij mee zou kunnen doen tot in de finale. Eerder dat voorjaar had hij een etappe in de Ronde van de Middellandse Zee gewonnen door, bergop, Joop Zoetemelk te kloppen. ,,Ik heb van tevoren wel gekeken wie altijd goed reden. Thurau, Lubberding, Saronni, Pollentier, Kuiper. Die mannen wilde ik in de gaten houden, bij hen moest ik in de buurt zitten.’’
In de namiddag van de 17de april 1983 reed Steven Rooks uit Heerhugowaard plotseling in de kopgroep van Luik-Bastenaken-Luik. ,,Toen ik met Roche naar de koplopers reed, merkte ik al snel dat ik de sterkste was. Als hij overnam, ging het me niet hard genoeg.
,,Toen we even later met zijn vieren waren, was het eigenlijk hetzelfde verhaal. Op de Cote des Forges kwam ik op kop en ik reed de anderen zo uit het wiel. Het was niet eens een demarrage. Ik keek om en had een gaatje. Toen heb ik bijgeschakeld en ik was weg.’’
Voor Rooks volgden toen nog meer dan vijftien zenuwslopende kilometers. Als debutant kende hij het parkoers niet en Rooks wist evenmin wat er achter hem gebeurde. ,,Het is nu ondenkbaar, maar ik heb een hele tijd solo gereden voordat mijn ploegleider Briek Schotte bij me mocht. Pas op een kilometer of zes voor de streep kwam hij naast me rijden. Toen zei hij ‘het ga goe hè’.
,,Het gevolg was wel dat ik helemaal niets wist. Er reed een motard met een bord waarop ik kon lezen wat mijn voorsprong was. Maar op wie of op hoeveel renners? Geen idee. Hoever het was, kon ik niet inschatten. Het enige wat ik kon doen was zo hard mogelijk naar de finish rijden. Niet omkijken, stoempen en hopen dat het genoeg was.’’
Pas bij Boulevard de la Sauvenière in Luik, waar de finishlijn lag, drong het besef door dat Rooks ging winnen. ,,De boulevard reed je op en neer. Toen ik de bocht maakte en het groepje zag (met Kuiper, Saronni, Anderson, Jules en Lubberding, red.), wist ik dat die me niet meer terug gingen pakken. En flitste door mijn hoofd: Jezus, ik ga hier winnen.’’
Rooks had geen benul van wat hij precies gedaan had. Natuurlijk, hij kreeg de krans en de kristallen vaas voor de winnaar. Maar dat hij de sterkste was in één van de grootste klassiekers van Europa drong pas later door. ,,Ik had een wedstrijd gewonnen, dat het zo groot zou zijn, besefte ik helemaal niet.’’
Die avond dronk Rooks in Vilvoorde een glaasje champagne bij ploeggenoot Sean Kelly, bij wie hij zijn auto had achtergelaten. Midden in de nacht, over donkere snelwegen, reed de winnaar van Luik-Bastenaken-Luik moederziel alleen naar zijn ouderlijk huis in de kop van Noord-Holland.
Bij thuiskomst stond er geen feestcomité klaar, waren er geen slingers opgehangen. De lichten waren gedoofd, zijn vader en moeder lagen al op bed. ,,Mijn ouders waren heel lieve mensen, maar wij zijn thuis helemaal niet opgegroeid met sport. Hun zoon ging fietsen en die wint op televisie opeens een wedstrijd. De telefoon ging voortdurend, voor hen was het ook allemaal nieuw. Een dag later hebben we samen koffie gedronken en gebak gegeten.’’
In zijn lange loopbaan won Rooks de bolletjestrui in de Tour de France en onder meer een etappe naar Alpe d’Huez. De overwinning in LBL is echter voor altijd in het meest speciale kamertje van zijn hart opgeborgen.
,,Ik heb later ook de Amstel Gold Race gewonnen, in een finale met Joop Zoetemelk. Ik had altijd in de bouw of op het land gewerkt. Als we dan bollen aan het rapen waren, stond de radio hard aan en luisterden we naar Joop in de Tour. Dat was voor mij een heel bijzonder moment om juist hem te verslaan. Maar zo mooi als Luik... Nee, absoluut niet.’’
De overwinning was een keerpunt in het leven van Steven Rooks. Twee weken later tekende hij bij De Gribaldy een volwaardig contract voor de rest van het seizoen. De zege bleek de lanceerbasis voor die prachtige carrière als beroepswielrenner.
Voor Rooks begon een heel ander leven. ,,Ik kan niet zeggen dat ik er gelukkiger van ben geworden. Geluk haal je niet uit het wielrennen. Ik ben er misschien wél een ander mens door geworden,’’ zegt hij. ,,Het heeft me wat meer zelfovertuiging gebracht, wat meer vertrouwen. Als mens en als renner. Die zege heeft me echt op weg geholpen.’’