De allerlaatste kans van een mafkees
http://www.depers.nl
Door: Thijs Zonneveld
Gepubliceerd: vrijdag 6 maart 2009 00:09
Update: vrijdag 6 maart 2009 00:30
Frank Vandenbroucke is terug. Net als in 2003, 2004, 2006, 2007 en 2008. ‘Zelfs God kan hard vallen.’
En wéér zag het zwart van de mensen. En wéér wilde iedereen hem aanraken, of minimaal een glimp van hem opvangen. En wéér stond hij minutenlang handtekeningen uit te delen voor de start. En wéér laaide de hoop op in Belgische harten. Frank Vandenbroucke is terug. Alweer.
De laatste zaterdag van februari is de zaterdag van de Omloop Het Volk, het begin van het wielerseizoen. Maar het is ook de zaterdag van de Beverbeek Classic, een koers voor kleine profteams, opleidingsploegen en amateurs, met start en finish in een Vlaams dorp met een naam dat niets aan de verbeelding overlaat: Achel.
Al uren voor de start staan fans met VDB-vlaggen, VDB-petjes en VDB-shirts in spanning te wachten op het moment dat hij arriveert. VDB staat dan wel op de startlijst als kopman van het obscure Cinelli-team, maar of hij ook komt is bij VDB altijd de vraag. Pas als hij uit zijn auto stapt en zijn aller-charmantste glimlach grijnst, is het duidelijk dat Missie Comeback Nummer Zoveel daadwerkelijk gelanceerd is. Cinelli-ploegleider Nico Mattan is zichtbaar opgelucht. ‘Ik ben al blij dat hij er is.’
Het Wonderkind
Frankyboy, VDB, Wonderkind, Il Bambino d’Oro, God – Frank Vandenbroucke heeft aan bijnamen nooit een gebrek gehad. Aan fans ook niet. Als hij halverwege de jaren negentig zijn intrede maakt in het profpeloton, valt België als een blok voor hem. Zijn uitstraling, zijn uitspraken, zijn uitslagen: VDB wordt een nationale held. Een verslaving. Als VDB in de Luik-Bastenaken-Luik van 1999 de rest van het peloton op de van tevoren aangekondigde plek uit het wiel rijdt, huilt België van geluk – Walen en Vlamingen verenigd door een engel met gouden benen. In het najaar vliegt hij in de Vuelta a España, waarin hij twee etappes en het puntenklassement wint. Dat hij tijdens die drieweekse Ronde nauwelijks slaapt en leeft in een roes van pepmiddelen, euforie en verliefdheid (hij slaat een rondemiss aan de haak), weet op dat moment niemand.
Het loopt mis als hij in een dopingzaak verwikkeld raakt. Er wordt gezegd dat hij een klant zou zijn van de doping- en veearts Bernard Sainz. VDB ontkent, maar het kwaad is geschied. Hij begint door te slaan. De beschuldigingen, de druk van de natie op zijn schouders, de torenhoge verwachtingen – het wordt hem te veel. Zeker als in 2002 dopingproducten in zijn villa worden gevonden bij een huiszoeking. VDB meldt met droge ogen dat de anabolen voor zijn hond zijn. Zelfs zijn trouwste fans hebben moeite hem te geloven. Langzaam maar zeker verliest hij de greep op zijn leven.
Op de fiets lukt vrijwel niets meer. Hij moet elk jaar een nieuwe ploeg zoeken, omdat hij overal de grenzen van het geduld en het vertrouwen overschrijdt. Hij kan de discipline niet meer opbrengen om te trainen, hij rijdt nauwelijks een wedstrijd uit – dat wil zeggen: als hij al komt opdagen. Hij leeft in staat van oorlog met zijn vrouw, raakt verslaafd aan alles wat God verboden heeft, belandt van de ene depressie in de andere en tracht zichzelf tweemaal van het leven te beroven. Zelfs dat mislukt.
Ieder voorjaar is hij eventjes terug als coureur. Zonder gouden benen, maar met zijn mond is niets mis, getuige zijn uitspraken. Bij zijn comeback in 2003: ‘Ik weet dat ik opnieuw klassiekers kan winnen’. 2004: ‘Ik kom terug zoals in mijn grote jaren.’ 2006: ‘Ik zal leven als een pater. Dit keer écht.’ 2007: ‘Mijn comeback wordt de grootste uit de wielergeschiedenis.’ 2008: ‘VDB is klaar om opnieuw te schitteren’. Het lijken uitspraken van een psychoot, maar hij weet er ieder jaar fans, ploegleiders en collega’s mee te overtuigen.
Rabo-renner Laurens ten Dam, in 2006 ploeggenoot van VDB bij Unibet, was ook van onder de indruk van het eeuwige wonderkind. ‘Ik keek tegen hem op, in ’99 was hij nog de beste van de wereld. Het deed me wel iets dat hij bij mij in de ploeg reed. Niet dat ik hem veel heb meegemaakt – meer dan een handvol wedstrijden heeft hij niet gereden dat jaar. Maar op trainingskamp… Man, de klasse dróóp er vanaf. Hij had nauwelijks getraind, maar je zag hem per training een klasse beter worden. En hij had grote plannen voor de voorjaarsklassiekers. Ik had er wel vertrouwen in. Maar hij kon als een blad aan de boom omslaan. Zeker als hij pillen op had. Op een gegeven moment raakte hij helemaal de weg kwijt, werd hij de ploeg uitgezet. Ik geloof dat hij nog een zelfmoordpoging heeft gedaan, later dat jaar. Tja. Zelfs God kan hard vallen.’
Collega Rabo-coureur Bram Tankink maakte VDB al eerder mee, in 2002, bij Domo. ‘VDB spoorde niet. De ploeg probeerde hem op het goede pad te houden, maar dat lukte niet. Hij had in de koers altijd de status van beschermde renner, maar je had geen reet aan hem. Eén keer lag ik bij hem op de kamer. De hele avond liep hij te zoeken naar slaappillen. ’s Nachts moest ik pissen. Toen ik in de badkamer stond, viel zijn koffer tegen de deur en zat ik opgesloten. Ik weet niet hoe lang ik op de deur heb staan beuken, maar hij hoorde niets. Helemaal in coma. Uiteindelijk kon ik een gat forceren dat groot genoeg was om erdoor te kunnen. De volgende dag vroeg ik of hij er iets van gemerkt had. ‘Nee hoor’, zei hij, ‘helemaal niks’. Mafkees.’
Comeback Nr. Zoveel
89e werd VDB afgelopen zaterdag in de Beverbeek Classic, in de buik van het peloton. ‘Ik ben heel tevreden’, zei hij achteraf. ‘We reden heel de dag aan een snelheid van 45 km per uur en ik heb me niet moeten forceren. Maar ik ga nu niet meteen beginnen te zweven.’
Zijn supporters dromen hem alweer op het hoogste treetje van het podium. Adelin de Meulenmeester, voorzitter van fanclub de Frankyboys: ‘Ik zie ’t zitten. Hij ziet er gelukkig uit, de problemen met zijn knie zijn opgelost. En die met zijn hoofd? Ach, moet u weten, die zijn niet allemaal zijn schuld, hè. Al die dopingzaken aan zijn hoofd – ze hebben hem naar de rand van de afgrond geduwd. Nog steeds zenden ze op tv de beelden uit van Frank met handboeien aan. ’t Zou niet mogen. Ondertussen is hij vaker met handboeien getoond dan Dutroux. Maar goed, laat hem komend jaar weer met de benen spreken. Ik ben er zeker van dat hij nog wel een mooie gaat winnen. Hij is nog lang niet versleten. Met VDB is het nooit nie gedaan, voordat ‘m zegt dat ’t gedaan is.’
En dat heeft VDB inderdaad nooit nie gezegd. Hij zegt slechts jaar na jaar dat het zijn allerlaatste kans is. Daar is ook dit seizoen geen uitzondering op. Hij strijdt voor zijn allerlaatste kans. En dan volgend jaar gewoon weer opnieuw.