Re: Wielrennen
Geplaatst: zo sep 25, 2011 2:55 pm
Saai WK, CAV wint een een dramatische NL ploeg.
OMG is die nu alweer gevallen, blijf een keer op die fiets zitten dan oordeeld je ploegleider ook anders.'Lamlul' Gesink slaat terug naar ploegleider Rabobank
Sinds die ene smak tegen het asfalt, vijf dagen op weg in de Ronde van Frankrijk, heeft het zich opgebouwd, de woede van Robert Gesink. Niet alleen was zijn Tour 'naar de knoppen', ook groeide de nationale twijfel over de mentale weerbaarheid van de Rabobank-kopman.
Dat mijn glas volgens Adri van Houwelingen vaak halfleeg is, dat is het grootste onzincommentaar dat je kunt geven. Hij mag zijn mening in het openbaar geven. Maar als iemand een visie geeft die gewoon niet klopt, valt me dat tegen. Voor mijn ploegmaats is dit ook geen onderwerp geweest.
Robert Gesink
© ANP
'Ik ben in de Tour neergezet als de eerste de beste lamlul die in het peloton rondfietst', zegt de Varssevelder in de Volkskrant.
Mentale weerbaarheid
'Alsof ik de afgelopen jaren niet bewezen heb dat ik kan vechten. Ik viel in de Vuelta in 2009, maar werd op karakter toch nog zesde. Wat er in de Tour is gebeurd, heeft helemaal niets met mijn mentale weerbaarheid te maken. Daar is namelijk niks mis mee.'
Zout in de wonden
Adri van Houwelingen, eerste ploegleider bij Rabo, strooide alleen maar zout in de wonden door te zeggen dat het glas bij Gesink vaak halfleeg is en dat de renner moest werken aan zijn weerbaarheid.
Onzincommentaar
'Zoiets is het grootste onzincommentaar dat je kunt geven', zegt Gesink. 'Hij mag zijn mening in het openbaar geven. Maar als iemand een visie geeft die gewoon niet klopt, valt me dat tegen. Voor mijn ploegmaats is dit ook geen onderwerp geweest.'
Revanche
Gesink kent door zijn val twee weken geleden in een trainingsrit - met als gevolg een bovenbeenbreuk - een hele andere voorbereiding op de Tour van 2012. Maar meedoen aan de grootste wielerwedstrijd aarde zal hij. 'Als is het maar omdat ik wat recht heb te zetten.'
www.depers.nlDe pannenkoeken & de kinderen
Door: Thijs Zonneveld
Zo. Fiets in de schuur. Benen omhoog. Zak chips open. Het wielerseizoen zit erop. Tijd om de balans op te maken. Waren we goed? Waren we slecht? Of waren we simpelweg te jong?
Als het wielerseizoen één maand zou duren, dan hadden we de beste wielrenners ter wereld gehad. Waar er ook werd gefietst in februari: er won een Nederlander. Theo Bos, Lars Boom en Robert Gesink trokken als een stel tornado’s door de woestijn van Qatar en Oman; Sebastian Langeveld won de Omloop het Volk. Dat was op dat moment al de tiende Rabobankzege van het seizoen. Het kon niet op. De vlag ging uit, we zongen hosanna en droomden van nog veel meer. Maar, zoals een wijs man ooit zei: ‘De eerste pannenkoeken zijn voor de kinderen.’
De pannenkoeken en de kinderen: het is het verhaal van het hele seizoen. Nederlandse renners aten hun buikje vol met kleine pannenkoekjes, maar de dikste pannenkoeken belandden op het bord van renners uit andere landen. In de zes grote klassiekers (Milaan-San Remo, de Ronde van Vlaanderen, Parijs-Rou-baix, de Amstel Gold Race, Luik-Bastenaken-Luik en de Ronde van Lombardije) speelden we nauwelijks een rol van betekenis – op de derde plek van Maarten Tjallingii in Roubaix na. In de Giro d’Italia en de Vuelta a España deden we voor het eerst in jaren mee voor de knikkers, maar de Tour de France en het Wereldkampioenschap in Kopenhagen waren een drama.
Subtop
Over het geheel genomen kun je stellen dat Nederlandse renners subtoppers zijn. Op de World Tour-ranking prijkt het rood-wit-blauw op plaatsen als 18 (Robert Gesink), 24 (Bauke Mollema), 36 (Steven Kruijswijk) en 51 (Wout Poels). Stuk voor stuk grote talenten – net als Pim Ligthart (23 jaar), Sebastian Langeveld (26) en Rob Ruijgh (24) – maar ze waren afgelopen seizoen niet in staat om de grootste wedstrijden van de wereld te winnen. Maar eigenlijk was dat ook logisch. Ze zijn te jong
Grote wedstrijden worden gewonnen door oude renners. Wielrenners zijn over het algemeen op hun sterkst tussen hun 28e en 32e levensjaar. Soms zelfs nog een tikje ouder. Dat is al jaren zo, en dat was dit jaar niet anders.
Fysiologisch en mentaal zijn renners pas na hun 28e op hun top. Dat blijkt ook uit de resultaten van afgelopen jaar. De gemiddelde leeftijd van de winnaars van de zes grote klassiekers, het WK op de weg en de drie grote rondes was 28,8 jaar. Dat getal werd vooral naar beneden getrokken door de mannen die in Milaan-San Remo (Matt Goss, 24) en het WK (Mark Cavendish, 26) als eerste over de streep rolden. Op zich logisch dat juist zij jonger zijn dan 28, want sprinters zijn door de bank genomen op jongere leeftijd in staat grote wedstrijden te winnen.
De andere grote koersen werden allemaal gewonnen door renners met veel meer ervaring en hardheid, zoals Philippe Gilbert (28), Nick Nuyens (30) en Cadel Evans (34). Niet voor niets was de gemiddelde leeftijd van de eerste tien renners van het eindklassement van de World Tour-ranking 30,2 jaar.
Flutgeneratie
Om grote koersen te winnen heb je dus toprenners nodig van boven de 28. Die hebben we niet of nauwelijks in Nederland. De generatie die is geboren in en rond het jaar 1980 is een flutgeneratie. Natuurlijk zijn er uitzonderingen (onder anderen Laurens ten Dam, Pieter Weening en Maarten Tjallingii), maar over het algemeen kun je spreken van een generatie die in een kloof van vergetelheid is getuimeld. Als ze het profpeloton al hebben gehaald, dan blinken ze uit in water dragen en regenjackies wegbrengen. Winnen doen ze niet of nauwelijks. Zeker niet in grote wedstrijden.
Daardoor is de populatie Nederlandse wielrenners uit het lood geslagen. Het kopmanschap wordt gedragen door jonkies. Die zijn veelbelovend, maar hebben vaak nog niet de ervaring en de rijpheid om te winnen in de klassiekers of grote ronden.
Zoals de Italiaanse oude rot Ivan Basso zei over de kansen van Bauke Mollema op de overwinning in de Ronde van Spanje: ‘Hij is een groot talent, maar hij zal dit jaar niet winnen. Hij heeft gebrek aan ervaring. Je kunt pas een grote ronde winnen als je eerst een keer op het podium hebt gestaan.’
Voordeel
Ieder nadeel hep ze voordeel. We hebben nu misschien dan wel geen winnende dertigers, maar de weg ligt open voor de kinderen met trek in dikkere pannenkoeken. Ze hoeven maar één ding te doen. Ouder worden.
www.depers.nlDe Tour de France van 2012 is voor de tijdritmonsters
Door: Thijs Zonneveld
Weinig bergen. Veel tijdritkilometers. De Tour van 2012 is er eentje voor de mannen met dikke benen en een grote molen.
En zo verloren twee topfavorieten de Tour de France in een zaaltje in Parijs. De ene heette Schleck. En de ander heette Schleck. De nummers twee en drie van vorig jaar zijn nu al uitgeschakeld. De ene broer keek nors naar het scherm waarop het rittenschema van de Tour van 2012 werd gepresenteerd en de andere staarde naar zijn eigen iele klimmersbeentjes. Daarmee haal je het hoogste treetje van het podium niet in de komende Tour.
De Tour van 2012 is geen Tour voor klimmers. Het is er een voor tijdrijders. Het aantal aankomsten bergop is teruggeschroefd, de individuele kilometers tegen de klok zijn meer dan verdubbeld. De ploegentijdrit is geschrapt: klimmers kunnen niet langer achter de brede ruggen van hun ploegmaats schuilen. In 2011 was er maar één individuele tijdrit van 42,5 kilometer, komend jaar zijn er twee tijdritten plus een proloog. Totaal: 96 kilometer.
Daartegenover staat een beperkt aantal echte bergetappes. De focus ligt op het middengebergte. Verder zijn er liefst negen vlakke etappes. De Britse sprinter Mark Cavendish zat tijdens de presentatie niet voor niets te stuiteren op zijn stoeltje.
Volgens Tour-directeur Christian Prud’homme is ‘nieuw’ het sleutelwoord van de Tour van 2012. Hij gebruikte het woord te pas en te onpas tijdens zijn toespraak over het parcours van de komende Ronde van Frankrijk. Nieuw dit, nieuw dat, nieuw zus, nieuw zo. Maar in feite is er weinig nieuws aan. De Tour zal een paar nieuwe beklimmingen opnemen (zoals La Planche des Belles Filles), maar verder is het een vrij klassieke Tour. Eentje uit de oude doos, periode Indurain of Armstrong. Eerst een lange aanloop door België en Noord-Frankrijk (lees: massasprints en massavalpartijen), gevolgd door een gemakkelijke aankomst bergop en daarna een lange tijdrit. Vervolgens via de Vogezen naar de Alpen voor één echte bergetappe, daarna een paar overgangsritten, twee grote Pyreneeënetappes, nog een tijdrit en dan naar Parijs.
Op het eerste gezicht is de Tour ideaal voor de mannen van de grote molen. Alberto Contador, zelf ook niet vies van een beetje tijdrijden, meldde na de presentatie: ‘Dit parcours past perfect bij Cadel Evans, want de tijdritten zijn langer en wat vlakker.’ Andere favorieten: Bradley Wiggins, Levi Leipheimer, Andreas Klöden en misschien is het zelfs wel spek voor de bek van het Duitse tijdritmonster Tony Martin. Ze zullen in de tijdritten zoveel klimmers aan puin rijden dat ze bergop de schade slechts hoeven te beperken.
Kunst- en vliegwerk
De klimmers zullen iedere kans moeten aangrijpen om tijd terug te winnen. En dat is juist waar de Tour-directie op hoopt. Vorig jaar keken de favorieten elkaar het licht uit de ogen tijdens de eerste serie bergetappes omdat ze wisten dat er genoeg kansen volgden; dat is de komende editie niet mogelijk. De mannen met de iele beentjes zullen moeten aanvallen zodra de weg omhoog loopt. Kunst- en vliegwerk, iedere dag weer. Een andere optie hebben ze niet. Vuelta-winnaar Juan José Cobo: ‘Ik zal iedere mogelijkheid moeten aangrijpen om iets van de Tour te maken. Maar eigenlijk is het geen parcours voor mij.’
Ook de Nederlandse klimgeiten waren niet te spreken over het uitgetekende rondje Frankrijk. Bauke Mollema: ‘Dit parcours is niet ideaal voor mij. Het had wel wat zwaarder mogen zijn.’ Vacansoleil-klimmer Wout Poels zag een paar lichtpuntjes, maar stelde dat hij ‘nog wel iets moet doen aan zijn tijdrit’ om potten te breken in het klassement. Windtunneltesten en eenzame trainingskilometers dus. Hij zal niet de enige zijn. De Tour van 2012 win je in je uppie.
Opmerkelijk dat je iemand geld leent waarmee je precies de dag daarvoor nog om de eindzege gesprint hebt...Nu.nl schreef:'Vinokoerov kocht zege in Luik-Bastenaken-Luik'
AMSTERDAM - Alexandre Vinokoerov wordt ervan beschuldigd dat hij zijn zege in Luik-Bastenaken-Luik in 2010 heeft gekocht. Volgens het Zwitserse magazine l'Illustré heeft de Kazach 100.000 euro betaald aan de Rus Alexandre Kolobnev.
Diverse buitenlandse media berichten al over het opmerkelijke verhaal, dat woensdag verschijnt.
Kolobnev zou in ruil voor het bedrag zijn benen stil hebben gehouden in de eindsprint tussen de twee.
l'Illustré baseert zich op e-mailverkeer tussen de twee renners op de dag na de koers. Kolobnev schrijft Vinokoerov dat hij nooit een zege zou verkopen, behalve aan hem. Hij geeft daarbij ook zijn rekeningnummer.
'Vino' ontkent de vermeende omkoping ten stelligste. ''Dit heb ik in mijn carrière nooit gedaan, ik vocht altijd tot het uiterste om te winnen'', verdedigt hij zich.
Lening
De Astana-coureur spreekt niet tegen het bedrag inderdaad betaald te hebben. Het zou echter slechts een lening betreffen. ''Het had niets met mijn overwinning te maken. Ik leen geregeld geld uit hier en daar. Dit is niets anders dan een verhaal om mij zwart te maken.''
De 38-jarige Vinokoerov, die Luik-Bastenaken-Luik ook in 2005 al won, besloot onlangs om ook in 2012 nog te koersen.